Aus der zweiten Bohrkampagne an der Schwalbenstraße im Rütenbrocker Moor namens ‘Harener Wäldchen’ (2020), stehen neue 14C-Datierungen zur Verfügung. Ganz auffällig ist das Alter einer Mudde-Ablagerung ganz unten im Flussbett, ein organisches Sediment das sich in offenem, stehendem Wasser bildet. Die Radiokarbondatierung dieser Mudde schwankt zwischen 11.526 und 11.306 v.Chr. (GrM-26882). Dann befinden wir uns in einem Interstadial, einer wärmeren und nässeren Periode während der letzten Eiszeit, einer Klimaschwankung namens Allerød. Die definitive Klimaverbesserung setzte erst etwa 1.500 Jahre später ein. Damit geht das Entstehen der ‘verschwundenen Ems’ jedenfalls in die Weichsel-Eiszeit zurück, eine wichtige Beobachtung in der Suche nach dem Entstehen, dem Regime und der Verlandung dieses geheimnisvollen Flusses. Das angehängte Profil im tiefsten Bereich der Flusssedimente zeigt die unterschiedlichen Verlandungsstufen, erkennbar an der Vegetation. Ganz unten die Mudde-Ablagerungen.
Der Endbericht über die Bohr- und Laborergebnisse aus dem ‘Harener Wäldchen’ seitens der Firma ADC ArcheoProjecten (Amersfoort) erscheint demnächst auf dieser Webseite.
Van de boorlocatie aan de Schwalbenstraße in het Rütenbrocker Moor (‘Harener Wäldchen’, 2020) zijn nieuwe dateringen beschikbaar. Meest in het oog springend is de ouderdom van gyttja helemaal onderin de geul, een organisch sediment dat neerdaalt in open, stilstaand water. De 14C-datering van deze gyttja valt tussen 11.526 en 11.306 v.Chr. (GrM-26882). Dan heerst hier een interstadiaal, een warmere en nattere periode tijdens de laatste ijstijd, een klimaatschommeling met de naam Allerød. De definitieve klimaatverbetering zou pas zo’n 1.500 jaar later inzetten. Daarmee gaat het ontstaan van de Verdwenen Eems in elk geval terug tot de laatste ijstijd, het Weichselien. Dat is een belangrijke constatering in de zoektocht naar het ontstaan, het regiem en de verlanding van deze mysterieuze rivier. Bijgevoegd profiel door het diepste gedeelte van de geulvulling toont de verschillende verlandingsfasen, kenbaar aan de vegetatiesoort. Onderin de gyttja-afzettingen.
Het eindverslag van de boor- en laboratoriumresultaten uit het ‘Harener Wäldchen’, onder verantwoordelijkheid van ADC ArcheoProjecten (Amersfoort), zal binnenkort op deze website verschijnen.